Veel vrouwen krijgen last van incontinentie als ze ouder worden. Zo heeft een op de vier vrouwen boven de 30 last van ongewenst urineverlies. De meeste vrouwen met last van incontinentie ervaren dit tijdens het lachen, hoesten en sporten. Veel vrouwen gaan hiervoor niet naar de dokter vanwege schaamte. Dat is jammer omdat er goede oplossingen bestaan. Er bestaan verschillende vormen van incontinentie. De eerste is stressincontinentie, ook wel inspanningsincontinentie genoemd. Bij stressincontinentie verlies je urine tijdens het lachen, hoesten, springen of tillen. De tweede vorm is aandrangincontinentie, hierbij voel je plotseling een niet te onderdrukken drang om te plassen. En de laatste vorm is gemengde incontinentie. Bij gemengde incontinentie heb je last van zowel inspannings- als aandrangincontinentie. Met name bij ouderen komt gemengde incontinentie vaak voor. incontinentie ontstaat door ouder worden of na een bevalling. De belangrijkste oorzaken zijn een slechter afsluiting van de plasbuis, verzwakking van het steunweefsel en een overprikkelde blaas.
Onderzoek incontinentie
Om verzekerd te zijn van een goede en effectieve behandeling is goed onderzoek door een arts erg belangrijk. De behandeling van de verschillende vormen van incontinentie verschilt namelijk sterk. Tijdens het eerste gesprek met je arts zul je daarom vooral veel vragen moeten beantwoorden over de aard en ernst van je klachten. Om goed voorbereid te zijn en alle vragen zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden is het daarom verstandig om voorafgaand aan je bezoek aan de arts een plasdagboek bij te houden. Vaak kan een arts afgaand op dit plasdagboek een goed advies geven. Als de arts nog onzeker is over de juiste behandeling zijn er verschillende verdere onderzoeken mogelijk. Het eerste onderzoek dat gedaan kan worden is een laboratoriumonderzoek naar je urine. Ook kan er een blaasfunctie test worden gedaan. Bij de blaasfunctie test wordt de hoeveelheid van je urine gemeten en de straal snelheid op het toilet. Verder kan er een echografie worden uitgevoerd om te controleren of er urine in de blaas is achtergebleven. Als deze onderzoeken niks opleveren kan er aanvullend onderzoek worden uitgevoerd. Hierbij wordt een cystoscopie en een urodynamisch onderzoek uitgevoerd.
Behandeling incontinentie
Als je na de onderzoeken met je arts een goed beeld hebt van de oorzaak van je klachten en het soort incontinentie die je hebt zijn er verschillende behandelingen mogelijk. De eerste behandeling is bekkenfysiotherapie. Hierbij leer je hoe je je bekkenbodem en de omliggende spieren kunt aanspannen. Door de oefeningen kun je van dit netwerk van spieren weer een samenwerkend geheel maken. Deze vorm van behandeling is effectief voor zowel inspannings- als aandrangincontinentie. De tweede vorm van behandeling is medicatie. Je krijgt medicijnen die ervoor zorgen dat je minder vaak hoeft te plassen. Het aantal momenten van ongewenst urineverlies neemt daardoor af. De laatste behandeling is een operatie. Tijdens de operatie wordt er via een klein sneetje onder de plasbuis een kunststof bandje aangebracht. Bij hoesten, niezen, lachen en sporten wordt de plasbuis dichtgedrukt tegen het bandje. Een operatie is vaak het laatste redmiddel en wordt alleen aangeraden bij een ernstige vorm van incontinentie of wanneer de andere behandelingen niet voldoende werken.